Bij een bezoek aan een tuincentrum, vorige week, had ik mezelf voorgenomen om niet meer dan 5 bloembol soorten te kopen.

Ik zou en ik moest dit jaar wat meer bloembollen in de tuin hebben staan. Dahlia’s, lelies of fresia’s, het toppunt van ultiem tuinplezier, als je het mij vraagt. Ik hou niet van eentonige kleuren in de moestuin en zorg graag voor wat leuke extra’s. De opzet: kies de mooiste, hou het beperkt en keer voor 1 keer niet het hele bloembollenrek binnenstebuiten op zoek naar de perfecte bloembol (beroepsmisvorming). Het resultaat: het omgekeerde van wat hierboven staat geschreven dus. Ik ging huiswaarts met 17 verschillende bollen in de meest fantastische geurtjes en kleurtjes én ik zocht bij elke soort de perfecte bloembol (met als gevolg dat ik dat hele rek op zijn kop zette en andere liefhebbers de gang niet meer durfden inwandelen).

Tja, ik kan het niet helpen. Ik verlies dan weer heel even de pedalen. Maar zo gaat dat in moestuinland, zo gaat dat elke lente.

Anderen lezen ook:  Spruitgroenten kweken