Komijn (Cuminum cyminum) is bij ons vooral bekend door de komijnekaas, maar het kruid wordt in Azië, Noord-Afrika en in de Mexicaanse keuken ook veelvuldig toegepast. Leuk om zelf dit kruid eens in je tuin te kweken.

Zonnig plaatsje
Komijn is een eenjarige plant, die bij ons gekweekt kan worden mits hij voldoende zon krijgt.

Bodem
Komijn gedijt het beste in goed doorlatende (zand)grond.

Zaaien
Zaai de zaden aan het begin van het voorjaar onder glas, bij een temperatuur van 18 ºC, of eind voorjaar op een beschutte plek in de volle grond. Na enkele weken – de kieming voorloopt over het algemeen nogal onregelmatig – verschijnen de eerste plantjes.

Planten
Plant de zaailingen uit met een tussenruimte van zo’n 30 cm, zodat ze de ruimte hebben om uit te groeien.

Oogsten
De zaden zijn rijp in augustus-september. Knip de schermen af zodra het zaad begint te verkleuren en hang ze ondersteboven om te drogen. Als de zaden eenmaal droog zijn, kun je ze in een afgesloten doos bewaren.
komijnzadenSmaakmaker
De gedroogde zaden worden onder andere gebruikt om curry’s, couscous en soepen een pikante, aromatische smaak te geven. In het Midden-Oosten wordt komijn vaak geroosterd en toegevoegd aan lamsvleesgerechten.

Olie
De intensiteit van het aroma is overigens voor een groot deel afkomstig van de olie, die in de zaden zit. Hoe hoger het oliegehalte, des te beter de smaak. In de supermarkt is komijn ook in poedervorm verkrijgbaar, meestal onder de naam djinten of djintan.

Verwarring
Komijn wordt nog wel eens verward met karwij (Carum carvi); de smaak vertoont dan ook veel overeenkomsten met komijn. Karwij is echter een tweejarige schermbloemige, die pas in het tweede jaar zaden vormt.

Anderen lezen ook:  Recept quiche met erwten en bonen

Meer kruidentuininformatie – en inspiratie vind je in het magazine De Tuin op Tafel.