Voor een aantal groenten en kruiden is het buiten nog te koud, maar stilaan kun je binnen of in de kas aan de slag met het voorzaaien van je favoriete zomergewassen. Waar moet je rekening mee houden en wat moet je zeker weten voor je van start gaat? Een aantal tips.

  • Pepers, paprika’s en onder andere aubergines worden vroeger gezaaid. Je zet ze binnen om een constante temperatuur te garanderen.
  • Tuinbonen (let op, geen klassieke boon), erwten en lathyrus kun je in de kas voorzaaien. Ze hebben geen probleem met koudere temperaturen.
  • Sla, radijsjes en spinazie kun je in de kas zaaien. Je oogst dan voor de zomergroenten hun plekje opeisen.
  • Voorzaaien doe je in bakjes, potjes of trays. Elke trays bevat tientallen pluggen en in elke plug wordt een zaadje gestopt.
  • Kies voor zaaigrond, en niet voor gewone potgrond. Zaaigrond is luchtiger dan potgrond en bevat geen meststoffen. Meststoffen zijn nadelig voor zaden, ze kunnen er namelijk door verbranden.
  • Elke zaailing, of je hem nu binnenshuis zet of in de kas een plekje geeft, heeft nood aan zonlicht. Een gebrek aan zonlicht resulteert in langgerekte planten die vaak niet gezond zijn.
  • Geef water met een plantenspuit of verstuiver. Zo benevel je de grond en krijg je geen uitspoeling.
  • Stop de zaden net zo diep als ze groot zijn. Hoe kleiner de zaden, hoe oppervlakkiger je ze zaait.
  • Laat de grond niet uitdrogen, maar zorg er ook voor dat hij niet te nat is. Hoe natter de grond, hoe sneller zaden kunnen schimmelen en rotten.
  • Verspeen de zaailingen zodra ze hun eerste echte blaadjes bezitten. De eerste blaadjes komen na de zaadlobben of kiemblaadjes.
Anderen lezen ook:  7x inheemse planten voor een grotere biodiversiteit