Wortelpeterselie of peterseliewortel: we rekenen het allebei goed. Het is een variëteit waarvan je vooral de wortel opeet, en niet alleen de bladeren – in tegenstelling tot de klassieke variant. De smaak is fijn en erg opvallend, maar ontzettend lekker in zowat elke winterse bereiding. Van stoofpotjes tot gebakken in de oven: wortelpeterselie klaart de klus.

In de moestuin
Je zaait wortelpeterselie vanaf maart tot juni in de vollegrond. Zaai in rijtjes en dun later uit op ongeveer 8 tot 10 centimeter. Houd er rekening mee dat wortelpeterselie traag kiemt en dus een tijdje op zich kan laten wachten. Hoe vroeger je zaait, hoe sneller je vorstbescherming zult moeten aanbrengen.

TIP
Je kunt jonge wortelpeterselie niet verplanten, je moet ze meteen in de vollegrond zaaien om later uit te dunnen.

Opgepast voor wortelvlieg
Net zoals bij wortelen is de kans op wortelvlieg ontzettend groot. Pak het probleem vroegtijdig aan en gebruik preventief insectengaas om over je planten aan te brengen. Beter voorkomen dan genezen, toch?

Oogsten & bewaren
Wortelpeterselie kun je de hele winter in de grond laten zitten. Het loof sterft af, maar wat er in de grond blijft zitten blijft eetbaar. Houd de grond goed bewerkbaar tijdens hevige vorst, zo kun je onafgebroken rooien. Een extra laagje mulch kan helpen. Je oogst vanaf september en oktober al een eerste keer tot januari en zelfs februari. Je kunt wortelpeterselie bewaren in een kistje met vochtig zand, of je kiest ervoor om ze in te kuilen.

TIP
Ook de bladeren van de plant zijn eetbaar. Niet zomaar weggooien dus!

Foto: Björn Van Driessche