Sla is een bladgroente die je vanaf februari op een beschutte plek in de kas kunt voorzaaien. Eerst in potjes, later in de vollegrond. Maar waar moet je rekening mee houden en hoe maak je van deze teelt een succes? Wij zetten 5 tips op een rijtje. Zo wordt sla kweken een eitje!

1. Sla kweken in elk seizoen

Selecteer vroege variëteiten die geen last hebben van koude temperaturen. Tegenwoordig vind je voor elk seizoen een geschikte variëteit. Kijk op de achterkant van de verpakking, daar staat de ideale zaaiperiode netjes opgeschreven.

2. Slakken zijn dol op sla

Slakken zijn dol op sla. Op zowat elk groen en sappig blaadje trouwens. Bescherm de jonge slaplanten met koperringen, gebroken eischalen en oesterschelpen of met ecologische slakkenkorrels. Doe je dat niet, dan kunnen ze je hele teelt in 1 ruk laten verdwijnen.

Slakkenplaag voorkomen

3. Geef voldoende water

Geef sla altijd voldoende water, maar vermijd natte voeten. Daar hebben ze een hekel aan. Geef het liefst ’s ochtends water, zodat de plantjes goed kunnen opdrogen. Wanneer de bladeren te lang nat blijven, gaat kropsla bijvoorbeeld snel rotten. In het najaar heeft ijsbergsla hier last van.

Geef ook altijd water aan de basis van de plant, en niet in het hart – dat voorkomt rot en schimmels.

4. Verschillende soorten sla kweken

De meeste slasoorten kun je van maart tot augustus direct buiten zaaien. Je kan het beste steeds kleine beetjes tegelijk te zaaien, zodat je de oogst bij kunt houden. Je kunt de klassieke kropsla kweken of je kiest voor snij-en pluksla, waarvan je al na een paar weken kunt oogsten.

Anderen lezen ook:  5 tips bij verspenen

sla kweken tips

5. Beste plek voor sla kweken

Sla kweken doe je op een plek waar er af en toe schaduw heerst, vooral tijdens het warmste moment van de dag. De bladeren van de slaplant kunnen namelijk snel verbranden, wat resulteer in bruine en gele vlekken en dat wil je natuurlijk niet.

6. Sla oogsten

Ongeveer vier weken na het zaaien kun je rucola en snijsla al oogsten. De blaadjes zijn dan ongeveer 10 tot 15 cm groot. Snijd ze boven het groeipunt af, zodat ze opnieuw uit kunnen lopen.

Je kan bij sla die in losse kroppen groeit ook de losse bladeren afsnijden. Pak dan altijd de buitenste bladeren. De plant zal gewoon doorgroeien zodat je kunt blijven oogsten.

Bij echte kropsla, zoals botersla, snijd je de krop aan de voet af. Je kan kropsla daarna een paar dagen koel bewaren, maar losse blaadjes moet je wel meteen opeten.